Kinderen ontdekken de wereld voor een groot deel door te bewegen. Bukken om dat kikkertje te bewonderen, springen om over het hekje heen te kijken en rennen naar de andere kant van de speeltuin. Maar welke stappen zetten kinderen nu eigenlijk van baby tot aan puber wanneer het gaat om deze motorische ontwikkeling? In meerdere blogs duiken we hier samen in. We starten bij het allereerste begin en eindigen op het punt dat je kind naar het middelbaar onderwijs gaat.
Bij de allerjongsten, baby’s en dreumesen, speelt de motorische ontwikkeling een belangrijke rol voor hun algehele ontwikkeling. Je kind leert zijn of haar hoofd omhoog te houden, dingen te grijpen en de eerste stapjes te zetten. Natuurlijk is elk kind uniek en maakt elk kind stappen op zijn of haar eigen manier en tijd. Een gemiddeld kind bestaat niet.
In de eerste drie maanden van jouw kind staat vooral het opbouwen van spierkracht centraal. Is je baby net geboren, dan zul je merken dat zijn of haar grijpreflex sterk aanwezig is. Wanneer je jouw vinger in het handje van je baby legt, pakt hij of zij deze vast. De nekspieren zijn net na de geboorte nog niet opgebouwd. Dit gebeurt in de daaropvolgende maanden. Wanneer je jouw kindje dan voor je hebt, zal hij of zij soms het hoofdje kort opheffen om deze al snel weer te laten zakken naar de borst. Ook de kracht in de armen en benen neemt toe. Leg je jouw kindje op de rug, dan gaat hij of zij met de maand steeds meer met benen en armen spartelen. Dit begint onbewust, maar gaat stapsgewijs steeds bewuster. Langzaam, maar zeker krijgt je kind dan door dat hij of zij hier invloed op heeft.
Vanaf ongeveer vier maanden starten baby’s met draaien van hun zij naar hun rug en later uiteindelijk naar hun buik. Dit begint eerst door van de zij naar de rug te rollen. Je kind leert hierbij steeds meer ook het eigen hoofd onder controle te krijgen. Rond de acht maanden draait je kindje volledig. Je kunt je baby hiermee helpen door speeltjes net buiten zijn of haar bereik te leggen, waardoor hij of zij hiernaar gaat grijpen. Daarnaast leert je kindje vanaf vier maanden steeds meer zelfstandig te zitten. In het begin is dit nog kort en met ondersteuning in de rug, maar rond de tien maanden kan jouw kindje zelfstandig zitten. Dan doet hij of zij ook de eerste kruippogingen. Zie ook onze blog over omrollen.
Rond het eerste levensjaar kan jouw kindje steeds beter kruipen en met ondersteuning op eigen benen leren staan. Aan jouw hand of die van een andere volwassene zet hij of zij ook de eerste stapjes. Daarnaast ontwikkelt ook de fijne motoriek zich, van voorwerpen in het gehele vuistje vasthouden tot aan het kunnen oppakken van een rozijn met duim en wijsvinger. Over het algemeen kunnen kinderen met twee jaar zelfstandig lopen.